De bouworganisatie

Bouworganisatievormen

In Nederland zijn diverse bouworganisatievormen in gebruik. De bouworganisatie op basis van de traditionele aanbesteding en die op basis van het bouwteam zijn het meest gangbaar. Daarnaast komt projectontwikkeling door bouwbedrijven steeds vaker voor. Minder gangbaar zijn management contracting, general contracting, design-and-build en brochureplan. Er is de laatste jaren steeds meer belangstelling voor de bouworganisatie. Deze zou niet optimaal zijn. Veel gehoorde argumenten zijn: de productiviteitsontwikkeling in de bouwsector blijft achter ten opzichte van die van duurzame consumptiegoederen, en vaak is er geen goed evenwicht tussen de prijs en de kwaliteit van een gebouw. De bouwsector lijkt dus niet tevreden met haar organisatievormen. Het bouwproduct wordt relatief steeds duurder. En dat in de situatie van toenemende concurrentie van andere consumptiegoederen en/of bedrijfsmiddelen. Men vraagt zich af of de klant niet beter bediend kan worden.

Er is achtereenvolgens veel gezegd en geschreven over standaardisatie, innovatie en kwaliteitszorg en vervolgens de samenwerking in de bouw. Er ontstond het besef dat bestaande organisatievormen mogelijk belemmeringen veroorzaakten voor product- en procesinnovaties, gericht op productiviteitsverbeteringen en kwaliteitsbevordering. De genoemde organisatievormen hebben alles te maken met samenwerking en gescheiden verantwoordelijkheden tussen partijen die betrokken zijn bij een bouwproject:

Scheiding tussen verantwoordelijkheid voor ontwerp en uitvoering.

Hier vallen onder:

  • De traditionele aanpak (sterke scheiding tussen de betrokken partners, met name opdrachtgever – architect – aannemer).
  • Het bouwteam (ontwerpende, adviserende en uitvoerende patijen in een eenmalig projectgebonden team).
  • Management contracting (een projectmanagementbureau wordt in een vroeg stadium betrokken voor advies over uitvoerings- en kostenaspecten en voor coördinatie van de werkzaamheden van de bouwpartners).

Binnen deze categorie kan nog een nader onderscheid worden aangebracht tussen de verantwoordelijkheid voor het structuurontwerp en de uitwerking daarvan in het voorlopig ontwerp en een definitief ontwerp.

Combinatie van verantwoordelijkheid voor ontwerp en uitvoering.

Hier vallen onder:

  • General contracting (één ondernemer neemt de volledige coördinatie van het ontwerp- en uitvoeringsproces op zich en draagt daarvoor ongedeelde verantwoordelijkheid).
  • Design-and-build (één organisatie is verantwoordelijk voor ontwerp en uitvoering).
  • Brochureplan (gebruikmaking van niet-projectgebonden standaard bouwplannen).

De verantwoordelijkheden die de opdrachtgever eist van de aanbiedende partij(en) kunnen ver gaan. In dit verband word gesproken van ‘life cycle costing’ of ‘total cost of ownership’. In het geval van ‘life cycle costing’ kan de opdrachtgever vragen om garanties die het totaal van de investeringskosten, de exploitatiekosten en de onderhoudskosten omvatten. Steeds meer worden andere dan de gebruikelijke partijen, zoals een onderhoudspartij, in een vroeg stadium betrokken bij het project. Bij deze modellen wordt een grote mate van voorbereiding gevraagd in de eerste procesfasen, waardoor overigens de daar op volgende fasen beter kunnen worden beheerst.

De laatste tijd wordt er veel gesproken over het prestatieconcept (SBR 348). Dit is feitelijk geen aparte organisatievorm, maar toepasbaar op alle voorkomende bouworganisatievormen. Het betreft een methodiek waarbij de opdrachtgever de opdrachtnemer(s) contracteert voor de realisatie van een bouwproject op basis van daarvoor gekwantificeerde resultaatseisen. De keuze van oplossingen wordt zoveel mogelijk overgelaten aan de realisator, die de prestaties dient te garanderen.

Behalve door de zeer professionele opdrachtgevers, wordt de keuze voor een bepaalde bouworganisatievorm doorgaans niet goed overwogen. De ins en outs van de diverse vormen zijn niet voldoende bekend, waardoor een keuze niet goed onderbouwd wordt. Hierdoor ontstaan er bij veel bouwprojecten problemen tussen de opdrachtgever en bouwpartners.

In de volgende paragraaf is een tabel opgenomen waarin de zes beschreven bouworganisatievormen worden vergeleken, zodat de opdrachtgever makkelijker de juiste organisatievorm kan kiezen.

Binnen de twee beschreven categorieën van bouworganisatievormen wordt de volgorde bepaald door de mate waarin de opdrachtgever in staat is het bouwproces te beheersen.

In samenwerkingsverbanden met gecombineerde ontwerp- en uitvoeringsverantwoordelijk-heden zal de uitvoerende partij een machtige positie innemen en zal deze zoveel mogelijk proberen te beïnvloeden. De opdrachtgever zal zich dit goed moeten realiseren, zodat een combinatie van ontwerp en uitvoering geen ongunstige effecten heeft voor de prijs-kwaliteitverhouding.

De keuze voor een bouworganisatievorm moet plaatsvinden voordat de opdrachtgever besluit met welke partijen hij in zee gaat. Niet alle partijen zijn in staat om een bouwproject volgens alle organisatievormen te organiseren.

Bouworganisatievormen onderling vergeleken

In tabel A.4 op de volgende bladzijde worden de –op de vorige bladzijde weergegeven– zes bouworganisatievormen onderling vergeleken op een zestal criteria. Deze tabel helpt de verschillende typen opdrachtgevers te kiezen voor de gunstigste bouworganisatievorm.

Men kan onderscheid maken tussen de volgende typen opdrachtgevers:

  • Incidentele opdrachtgevers.
  • Professionele opdrachtgevers, welke te verdelen zijn in:
    • Eigen huisvesters.
    • Beleggers.
    • Sociale woningbouwers.
    • Projectontwikkelaars.

 

Tabel A.4: De bouworganisatievormen nader toegelicht.

 

Vergelijkings-criteria

Scheiding ontwerp en uitvoering:

Combinatie ontwerp en uitvoering:

Traditioneel aannemingscontract

Ontwerpcontracten

General contracting

Turnkey contracten

Bouwteam

Management contracting

Design-and-build

Brochureplan

 

Rolverdeling tussen opdrachtgever en realisator

 

- strikte scheiding tussen ontwerp en uitvoering;

- aannemer onder strak toezicht door/namens opdrachtgever;

- belangrijke inbreng door architect of aparte bouwprojectmanager;

- coördinatie van ontwerpteam en begeleiding van de bouw.

 

- aannemer is als adviseur vertegenwoordigd in ontwerpplan;

- scheiding tussen ontwerp en uitvoering;

- belangrijke inbreng door architect of van aparte bouwprojectmanager;

- opdrachtgever maakt deel uit van het team.

 

- inhoudelijk ontwerp en uitvoeringsdeskundige;

- scheiding tussen ontwerp en uitvoering;

- bescheiden inbreng architect.

 

- realisator coördineert / organiseert het totale bouwproces;

- opdrachtgever is mede verantwoordelijk voor de inhoud;

-nauwe gelijkwaardige samenwerking;

- inbreng architect afhankelijk van general contractor.

 

- inhoudelijk ontwerp en uitvoeringsdeskundigheid in een hand;

- bescheiden inbreng architect.

 

- uitgangspunt is een bod en een (technische) omschrijving van het gebouw

- combinatie van ontwerp en uitvoering beslispunt

- geen inbreng van betekenis van architect

 

Aanbestedings-vorm voor architect / adviseurs / aannemer / realisator

 

- elke vorm mogelijk;

- lump sum prijs.

 

- enkelvoudig met afstandsverklaring;

- prijs per fase.

 

- onderhands;

- prijs per fase.

 

- openbaar met voorafgaande selectie of onderhands met concurrentie of enkelvoudig (met scherpe prijscriteria);

- prijs per fase.

 

- openbaar met voorafgaande selectie of onderhands met concurrentie of enkelvoudig (met scherpe prijscriteria);

- lump sum prijs.

 

- openbaar met voorafgaande selectie of onderhands met concurrentie of enkelvoudig (met scherpe prijscriteria);

- lump sum prijs.

 

Contractstukken

 

-traditioneel bestek;

-prestatieconcept toepasbaar;

- standaard contractvoorwaarden voor ontwerp / uitvoering beschikbaar.

 

-traditioneel bestek;

-prestatieconcept toepasbaar;

- standaard contractvoorwaarden voor ontwerp / uitvoering beschikbaar.

 

-traditioneel bestek;

-prestatieconcept toepasbaar;

- standaard contractvoorwaarden voor ontwerp / uitvoering beschikbaar.

 

- drie fasen bestek, advies, uitvoering;

-prestatieconcept eenvoudig toepasbaar.

 

-Programma van Eisen;

-prestatieconcept eenvoudig toepasbaar.

 

-brochure;

-prestatieconcept eenvoudig toepasbaar.

 

Aansprakelijk-heid

 

- opdrachtgever voor totale project;

- architect en adviseurs voor ontwerp en advies;

- aannemer uitsluitend voor uitvoering;

- vergt onderlinge afstemming m.b.t. aansprakelijkheid en geschillen.

 

- opdrachtgever voor totale project;

- architect en adviseurs voor ontwerp en advies;

- aannemer uitsluitend voor uitvoering;

- vergt onderlinge afstemming m.b.t. aansprakelijkheid en geschillen.

 

- vergt onderlinge afstemming m.b.t. aansprakelijkheid en geschillen.

 

- voor de inhoud is de opdrachtgever aansprakelijk;

- voor realisatie binnen tijd en budget is general contractor aansprakelijk.

 

- realisator is aansprakelijk.

 

- realisator is aansprakelijk.

 

Voordelen

 

- duidelijke rolverdeling;

- opdrachtgever bepaalt zelf (via architect) kwaliteit;

- opdrachtgever houdt (via architect) controle over project en budget;

- in het algemeen scherpe prijs.

 

- inbreng uitvoeringskennis en kostendeskundigheid van de aannemer;

- invloed opdrachtgever op totale project blijft groot;

- tijdbesparing;

- in het algemeen minder scherpe prijs dan bij traditioneel.

 

- geïntegreerd ontwerp;

- grote zekerheid over volledigheid;

- tijdbesparing;

- minder rompslomp opdrachtgever.

 

- opdrachtgever houdt zeggenschap over het ontwerp;

- opdrachtgever houdt greep op prijs en kan fasereren;

- één contract partner;

- maximale eigen tijd en kosten voor opdrachtgever;

- gelijkwaardig samenspel met aannemer;

- geschikt voor nieuwe technologieën.

 

 

- één contractpartner;

- tijd- en kostenzekerheid voor de opdrachtgever;

- vroegtijdig inzicht in totale kosten;

- risico's verlegd naar realisator.

 

- één contractpartner;

- tijd- en kostenzekerheid voor de opdrachtgever;

- vroegtijdig inzicht totale kosten;

- risico's verlegd naar leveranciers;

- geschikt voor routineprojecten.

 

Nadelen

 

- veel eigen apparaatskosten en inhuren expert voor opdrachtgever;

- onvoldoende gebruik kennis en ervaring van de aannemer,

- aannemer geneigd te tornen aan de kwaliteit.

 

- veel eigen apparaatskosten en inhuren expert voor opdrachtgever;

- aansprakelijkheid minder duidelijk te onderscheiden.

 

- de management contractor heeft geen inzicht in de integrale bouwopgave.

 

- gevaar dat general contractor bespaart op kwaliteit ten gunste van opbrengst;

- weinig greep van opdrachtgever op proces tijdens uitvoering (vertrouwen nodig);

- zeer nauwgezette kwaliteits- en prestatie-eisen nodig.

 

- riskant bij nieuwe technologie en experimentele oplossingen

- minder bijsturingsmogelijkheden tijdens projectverloop

- opdrachtgever moet mee onderhandelen over alles wat niet vast ligt

 

- niet toepasbaar op unieke projecten;

- geen bijsturingmogelijkheden;

- bijbestellen is kostbaar.

 

Meest voorkomende contractvormen

Bij de aanpak van een groot bouwwerk zijn veel partijen betrokken, wat de realisatie er niet eenvoudiger op maakt. Als opdrachtgever van een bouwproject kan men kiezen uit een groot aantal tijdelijke samenwerkingsmogelijkheden welke zijn vastgelegd in contractvormen. Het traditionele model is daarbij de meest voorkomende contractvorm, maar steeds meer bouwprojecten hebben als contractvorm het bouwteam. Hierna worden beide contractvormen behandeld en hun voor- en nadelen beschreven.
 
Traditioneel model
In de bouworganisatie met het traditionele model sluit de opdrachtgever met elke adviseur voor ontwerpactiviteiten en met elk uitvoerend bedrijf voor de realisatie afzonderlijk een contract af. Deze contracten zijn meestal gebaseerd op standaardregelingen zoals de SR[1] voor architecten, de RVOI[2] voor adviseurs -inmiddels vervangen door De Nieuwe Regeling (DNR) 2005 en 2011- en de UAV[3] voor uitvoerende bedrijven.
Afhankelijk van de situatie en de wensen van de opdrachtgever moeten de genoemde standaardregelingen worden aangepast c.q. uitgebreid. De opdrachtgever stelt een deskundige aan die de organisatie van het project moet verzorgen. Dit kan de ontwerper zijn, maar vaak wordt een onafhankelijke bouwmanager ingeschakeld, om verzekerd te zijn van een objectieve controle op en sturing van het bouwproces.
 
Het voordeel van het traditionele model is dat de opdrachtgever zich pas op het allerlaatste moment contractueel verbindt met de uitvoerende partijen en daardoor zo lang mogelijk vrijheid van handelen in diverse opzichten heeft, van uitgangspunten tot kosten.
Een nadeel is echter dat pas in een laat stadium definitief zekerheid bestaat over de prijsvorming en dat de gekozen uitgangspunten voor het ontwerp soms heel kostbaar blijken te zijn om uit te voeren in de realisatiefase. Een ander nadeel is dat de opdrachtgever weinig inzicht heeft in het bouwproces, waardoor controle door hem niet mogelijk is, de coördinatie lastig is en hoge kosten met zich meebrengt.
 
Bouwteam
De bouw heeft als kenmerk dat partijen zoals adviseurs, ontwerper en aannemer niet bij één bedrijf werken. Ze zitten niet in een continue vaste organisatie en werken niet onder centrale leiding maar grotendeels onafhankelijk van elkaar. Tegenstrijdige belangen kunnen er dan de oorzaak van zijn dat de opdrachtgever niet dat gebouw krijgt dat voor hem het beste is. De tijdelijke organisatie heeft vooral bij grotere, complexe projecten in de praktijk vorm gekregen en wordt bouwteam genoemd.
In het team werken de belangrijkste partijen samen en plegen geregeld overleg over de voorbereiding en uitvoering van het bouwproject. Het bouwteam is allereerst een overlegorgaan dat afhankelijk van de wensen van de opdrachtgever en grootte van het werk bepaalde verantwoordelijkheden en bevoegdheden krijgt.
 
Ondanks dit overleg met andere partijen houdt elke parij haar eigen verantwoordelijkheid. Het team neemt dus nooit als team beslissingen; er blijft een individuele eindverantwoordelijkheid bestaan net zoals dat bij het traditionele model het geval is.
Door middel van het bouwteam heeft de opdrachtgever de mogelijkheid om een voor hem optimaal resultaat te verkrijgen. Hij neemt dan ook direct deel aan het bouwteamoverleg.
Voor alle partijen, maar in het bijzonder het bouwbedrijf, is het een omschakeling om in bouwteamverband te werken, want er komt naast het bedrijfsbelang ook een projectbelang.
 
 
De voordelen van het bouwteam zijn:
  • De inbreng van uitvoeringsdeskundigheid bij het ontwerp waardoor een betere prijs/kwaliteitverhouding ontstaat en financiële en tijdtechnische consequenties te beoordelen en mogelijke alternatieven aan te kunnen geven.
  • De kortere doorlooptijd mede doordat de contractering parallel aan de bouwvoorbereiding geschiedt en ook andere verschillende fasen elkaar enigszins kunnen overlappen.
  • Veel ruimte en invloed op het ontwerpproces en veel onzekerheden worden eerder opgelost, dus zeer geschikt voor complexe bouwopgaven.
  • Het bouwteam kent veel variaties en projectgebonden omstandigheden, waardoor rekening kan worden gehouden met specifieke kenmerken van het project.
  • Alle partners zijn goed op elkaar ingespeeld.
De nadelen van het bouwteam zijn:
  • De opdrachtgever stelt vaak het bouwteam samen, waardoor hij de diverse participanten als het ware veroordeelt tot samenwerken.
  • Bij het ontwerp spelen meerdere partijen een rol waardoor een zeer goede coördinatie vereist is tussen de deelnemers aan dit “gelegenheidsteam”. Met name verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden moeten duidelijk worden afgebakend.
  • De opdrachtgever moet zich al in een vroeg stadium vastleggen wat betreft de keuze van de aannemer(s), alhoewel deze niet vanzelfsprekend de uiteindelijke bouwer hoeft te zijn.
  • Een belangrijk objectieve maatstaaf voor prijsvorming, namelijk de concurrentie, is verdwenen met als mogelijk risico dat prijsopdrijving plaatsvindt, want het bouwteammodel gaat uit van een stuk vertrouwen. Dit risico kan de opdrachtgever ondervangen door een gedegen kostendeskundige in te schakelen.
  • De opdrachtgever dreigt ondergesneeuwd te worden door de verzamelde deskundigheid in het team en zal weinig spontane inbreng kunnen hebben.

[1] SR = Standaardvoorwaarden Rechtsverhouding opdrachtgever - architect
[2] RVOI = Regeling Verhouding Opdrachtgever - Raadgevend Ingenieur
[3] UAV = Uniforme Administratieve Voorwaarden

Maak jouw eigen website met JouwWeb